Waalcrossing 20 september 1944
Met de Waalcrossing wordt de oversteek van de rivier de Waal door verschillende eenheden van de Amerikaanse 82ste luchtlandingsdivisie bedoeld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Dit moment vond plaats op 20 september 1944, als onderdeel van Operation Market Garden.
Operation Market Garden was het plan van de Britse generaal Montgomery om, door middel van het veroveren van strategisch gelegen bruggen op verschillende plaatsen in Nederland, een corridor tussen Eindhoven, Nijmegen en Arnhem te creëren waarmee de Duitse bezetter kon worden afgesneden. Zodra dit was gelukt, zou de geallieerde troepenmacht dan kunnen oprukken naar het Rührgebied, het industriële hart van Duitsland. Indien deze actie succesvol zou verlopen, zou daarmee de Duitse Westwall, een zware verdedigingslinie, worden omzeild.
Amerikaanse parachutisten werden gedropt bij Eindhoven en Nijmegen, de Arnhemse sector was toebedeeld aan Britse parachutisten met ondersteuning van Poolse parachutisten. Zij zouden allen bruggen en strategische punten moeten innemen, en deze moeten vasthouden zodat het Britse 30e legerkorps kon oprukken tot aan Arnhem. Het plan was zeer ambitieus en snelheid was essentieel, gezien het doel was om de laatste brug bij Arnhem binnen drie dagen te bereiken.
Volgens het oorspronkelijke plan hadden de spoorbrug en de verkeersbrug in Nijmegen al op 17 september (de dag dat Operation Market Garden begon) veroverd moeten zijn. Echter om het strategisch hooggelegen Groesbeekse bos te behouden, besloot generaal James Gavin (commandant van de 82e luchtlandingsdivisie) minder troepen in te zetten voor het offensief op de bruggen dan afgesproken. Vervolgens stuitte Amerikaanse parachutisten bij het Keizer Karelplein in Nijmegen op een sterkere Duitse tegenstand dan verwacht. Hierop werd door Generaal Gavin besloten om nog meer troepen terug te trekken uit Nijmegen. De Duitsers hadden daardoor 48 uur de tijd om hun eigen verdediging op orde te brengen en te versterken, voordat de Britse grondtroepen van het 30e legerkorps zouden arriveren.
Op 19 september om 16:00 vond een nieuw offensief van Brits-Amerikaanse strijdgroepen plaats, met als doel het overrompelen van de bruggen. Duitse anti-tankkanonnen en infanterie die zich in het Valkhof en Hunnerpark bevonden, tezamen met Duitse artillerie afgeschoten van Lent, zorgden voor zodanig veel weerstand dat een frontale aanval op deze manier nog dagen lang kon duren. Zoveel tijd was er niet, de Britse troepen in Arnhem moesten immers ontzet worden. Deze ontwikkeling riep om een rigoureuze beslissing.
De Duitse troepen, aanwezig in Nijmegen, dienden geïsoleerd te worden van de Duitsers aan de noordkant van de Waal. Dit kon alleen gerealiseerd worden indien er een geallieerde oversteek van de Waal zou plaatsvinden, om zo de Duitsers in de stad af te kunnen snijden en de bruggen te veroveren. Generaal Gavin gaf de taak aan Majoor Julian Cook, van het 504e Parachute Infantry Regiment. Dit was een infanterieregiment met veel gevechtservaring. Zij zouden tijdens de crossing ondersteuning krijgen van de genisten van de 307th Airborne Engineer Battalion.
Majoor Cook was zich bewust van het enorme risico van hetgeen dat hem gevraagd werd, het was hem al snel duidelijk dat het bijna een zelfmoordmissie zou zijn. Ook waren er veel problemen die de situatie zelfs nog gecompliceerder maakten. Er waren geen boten aanwezig om een oversteek te kunnen wagen, deze moesten daarom halsoverkop uit België worden aangevoerd door Britse vrachtwagens via de corridor. Dit zorgde ervoor dat de crossing niet ’s nachts, wanneer dit minder opvalt, maar overdag uitgevoerd moest worden. De crossing stond initieel gepland om 07:00 op 20 september. Echter, doordat de corridor zo smal was en op specifieke delen zodanig bezaaid lag met uitgebrande voertuigen, lukte het niet om de boten op tijd op locatie te krijgen. Hierdoor moest de crossing meermaals worden uitgesteld.
De Amerikaanse troepen die de crossing zouden gaan maken lagen in positie, twee kilometer stroomafwaarts vanaf de verkeersbrug, vlakbij de PGEM-centrale (dit is het gebied waar zich vandaag de dag het Hoogspanningsstation Nijmegen bevindt). Toen de vrachtwagens met boten eindelijk arriveerden, kwamen er direct nog meer tegenslagen. Aanvankelijk zouden er 32 boten geleverd worden, maar doordat er onderweg een vrachtwagen verwoest was, waren dit er uiteindelijk nog maar 26. Het volgende probleem waren de boten zelf. Amerikanen waren gewend aan moderne boten die doorgaans ook met een kleine motor waren aangedreven, dit was binnen hun eigen organisatie namelijk de standaard in geval van het oversteken van een grote rivier zoals de Waal. Generaal Gavin ging er, gezien de ernst van de situatie, vanuit dat de Britten hier ook rekening mee hadden gehouden en het best mogelijke materiaal beschikbaar zouden stellen. Helaas bleken de boten een van een enorm simpel type te zijn, namelijk een houten frame met daaromheen een laag canvas. Dit had een schrikbarend effect op de soldaten die de boten moesten betreden; hoe konden deze boten ooit sterk genoeg zijn om een oversteek van een rivier als de Waal te wagen, en dan ook nog eens onder vijandelijk vuur? Ook waren de boten van dit type niet aangedreven door een motor en moest er dus geroeid worden. Er waren niet genoeg roeispanen beschikbaar, waardoor veel soldaten uiteindelijk met hun geweer of zelfs hun handen of helm moesten peddelen. Om de nachtmerrie compleet te maken waren er ook geen reddingsvesten beschikbaar.
Om 15:00 begon dan uiteindelijk de oversteek, Amerikaanse parachutisten onder leiding van Majoor Julian Cook ondernamen de oversteek in 26 canvas bootjes. De operatie bestond uit verschillende aanvalsgolven. Onder de soldaten waren er slechts enkelen met roei-ervaring. Vanaf de zuidkant werden er rookgranaten op de Waal geschoten die een dekkend effect zouden moeten creëren voor de militairen in de bootjes, maar door de wind had dit amper nut. Al snel werden de eerste Amerikanen waargenomen door de Duitsers aan de noordzijde en ontstond er complete chaos op het water. De Amerikanen werden bestookt met geweer- en artillerievuur. Enkele boten werden tot zinken gebracht of sloegen om, dit resulteerde in vele gewonden, gesneuvelden en ook soldaten die verdronken. Er zouden in totaal 48 Amerikaanse militairen sneuvelen tijdens de crossing. Het lukte de Amerikanen om de overkant te bereiken. Waar de soldaten die de overtocht hadden gemaakt vervolgens zouden doorvechten om de spoorbrug en verkeersbrug te bereiken, waagden de genisten de terugtocht om nog meer militairen over te kunnen zetten. Dit was enorm riskant, omdat ze al die tijd nog steeds bestookt werden. Ook bleven er na de eerste aanvalsgolf 16 boten aan de noordzijde van de Waal achter.
Rond 16:00 bereikten de eerste Amerikanen de spoorbrug. Op de spoorbrug bevond zich een grote Duitse troepenconcentratie, zij raakten naarmate de Amerikanen dichterbij kwamen ingesloten aan beide kanten. Dit mondde uit tot een vuurgevecht dat leidde tot een waar bloedbad, waarin 267 Duitsers de dood vonden. Uit paniek zijn een onbekend aantal Duitsers zelfs de Waal ingesprongen en verdronken. De verkeersbrug werd rond 19:15 bereikt. Door een miscommunicatie waren de Britten aan de zuidzijde van de verkeersbrug al begonnen met een offensief waar zij de brug betraden met tanks en pantserwagens en alle explosieven die zij onderweg tegenkwamen ontmantelden. Deze miscommunicatie had het gunstige effect dat de gehele operatie een stukje versneld werd. ’s Avonds was het doel bereikt en waren de bruggen veroverd, de weg was vrij voor het Britse 30e legerkorps. De Waalcrossing wordt door zowel getuigen als historici gekenmerkt als een van de meest heldhaftige momenten in de Tweede Wereldoorlog, gezien het vanaf het eerste moment al bijna alles weg had van een zelfmoordmissie. Ondanks dat de bruggen veroverd konden worden, kwam het te laat om de Britse parachutisten in Arnhem te ontzetten en draaide Operation Market Garden uit op een mislukking.
Persoonlijk verhaal: Chaplain Delbert Kuehl

Chaplain (legerpredikant) Delbert Kuehl, geboren op 16 januari 1917 in de buurt van Alexandria(Minnesota).
Chaplain Delbert Kuehl, voor wie geloof geen onderdeel van zijn jeugd was geweest, kwam uiteindelijk tot geloof toen hij een aantal keer naar de zondagschool ging als opdracht van zijn schoutingclub. Zijn mening dat geloof voor bijgelovige en laagopgeleide mensen was, veranderde en hij begon zelf bijbel te lezen. Hij kwam tot geloof door onder andere Johannes 3:16 “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben.”
Deze verandering leidde voor hem tot een theologische opleiding om God te dienen waar nodig. Toen Delbert in 1942 zijn diploma behaalde, was Amerika intussen verwikkeld geraakt in een twee frontenoorlog. Ondanks de mogelijkheid om vanwege kerkwerk vrijgesteld te worden, koos Delbert vrijwillig voor het leger om te kunnen zijn waar hij het meest nodig was. Hij werd Chaplain en hoewel hij wist dat hij in vijandelijk gebied gedropt zou worden, meldde hij zich aan bij de Airborne 82nd Infantry Division, 504th Regiment, een parachutisten eenheid. Het was zijn taak het moraal en geestelijk welzijn van de manschappen te verzorgen.
Tijdens de eerste dienst kwamen er slecht twee van de 1800 man opdagen. Vanaf dat moment besloot hij het geheel anders te doen, ook al zou het hem zijn leven kunnen kosten. “Als de mannen niet naar mij toe komen, zal ik zelf naar de mannen toe gaan.” Dat leidde hem uiteindelijk naar de Waal rivier op 20 september 1944 bij Nijmegen welke overgestoken moest worden om de bruggen te veroveren.
Hoewel Chaplain Kuehl niet mee hoefde met de “zelfmoordmissie” om in fragiele bootjes tijdens daglicht naar de overkant te gaan, besloot hij vrijwillig deel te nemen. Hij wilde zijn waar de mannen hem het meest nodig hadden.
Tijdens de overtocht herhaalde hij bij elke peddelslag een stukje uit het Onze Vader; ”Uw wil geschiedde!, Uw wil geschiedde!” Ondanks de sterke stroming en vijandelijk vuur haalde zijn boot de overkant.
Aan de overkant was het zijn taak om de gewonden te verzorgen en hen te verplaatsen naar de oever. Toen hij een soldaat met een ernstige buikwond verzorgde, werd hij zelf van achter geraakt door rondvliegende stukken. Hij viel voorover op de soldaat, welke vervolgens de opmerking maakte: ” Oh Chaplain, hebben ze jou nu ook te pakken?” Dit bleef hem voor de rest van zijn leven bij, omdat de soldaat zich meer zorgen maakte om hem dan om zichzelf.
Chaplain Kuehl is ongeveer vier uur op de oever geweest onder vijandelijk vuur en heeft 35 gewonde soldaten teruggebracht naar de bootjes. Zijn aanwezigheid en moedige acties diende als inspiratie voor alle soldaten en zorgde ook deels tot succes van de operatie. Hiervoor kreeg Chaplain Kuehl onder andere de Silver Star Medal.